Zo berekenen wij de kosten voor de afrekening.

De totale energiekosten van het gebouw waar u woont, worden elk jaar door de warmteleverancier verrekend met uw verhuurder.  In opdracht van uw verhuurder zorgt ista voor de eerlijke verdeling van de totale kosten volgens de norm NEN-7440. De berekening bestaat uit meerdere stappen, die wij hieronder uitleggen. Uw verhuurder of beheerder levert de gegevens aan waarmee ista de verdeling maakt. Dit zijn de totale kosten en de nodige bewonersgegevens en verhuizingen.  

De totale kosten van het gebouw

Uw verhuurder of beheerder geeft de totale vaste kosten op van het gehele gebouw.  Door ista worden de totale kosten in twee delen gesplitst. Het ene deel wordt verdeeld over de verbruiken van de bewoners. Het andere deel zijn de vaste kosten, deze worden verdeeld via een vaste factor, zoals de vloeroppervlak van de woningen.  

Meestal wordt 65% van de totale kosten via het verbruik verdeeld en 35%  via de vaste factor. Dit is een afspraak tussen uw verhuurder of beheerder en ista.

Een rekenvoorbeeld

Om te weten welke kosten horen bij uw verbruik (uw eenheden), rekent ista eerst uit wat de prijs per eenheid is.
Stel de variabele kosten zijn:  € 65.000,00.  (Dus 65% van de totale kosten)
En de totale eenheden in het gebouw zijn: 87.000 eenheden. 
Dan kost 1 eenheid: 65000 : 87000 = € 0,7471
Deze prijs vermenigvuldigen wij met uw eenheden.  
Heeft uw woning bijvoorbeeld 800 eenheden verbruikt, dan zijn uw verbruikskosten:  800 x 0,7471 =  €597,68. 

Voor de vaste kosten (35% van de totale kosten) rekenen wij uit wat de kosten zijn per vaste factor. 
Stel de vaste kosten zijn: € 35.000,00 en deze worden over het vloeroppervlak verdeeld.
Het totale opppervlake alle woningen is bijvoorbeeld 7.000 m² 
Dan kost 1 m² vloeroppervlak: 35.000 : 7000 = € 5.00
Heeft uw woning bijvoorbeeld een vloeroppervlak van 70 m², dan zijn uw vaste kosten: 70 x 5,00 = €350,00.

Voor de afrekening worden uw verbruikskosten en vaste kosten bij elkaar opgeteld.